Wanneer de je eerste rijles in Eindhoven hebt , zijn de meeste leerlingen niet alleen opgewonden, maar vaak ook een beetje angstig of nerveus tegelijk. Onze tips voor leerlingen helpen je om je optimaal voor te bereiden op je eerste rijles. Als je deze tips onthoudt, zal autorijden zeker wat gemakkelijker voor je zijn. Nog niet aangemeld voor een rijles of proefles? Meld je dan aan bij onze rijschool in Eindhoven
1. Stel de stoel en spiegels correct af Het is vooral belangrijk dat de bestuurdersstoel en de spiegels correct zijn afgesteld, zodat je veilig op de weg rijdt. Zorg ervoor dat je comfortabel zit en niet te krampachtig. Bovendien moet je er rekening mee houden dat je gemakkelijk bij de pedalen kunt komen en een goed zicht op de weg heeft. Om alles van achteren te kunnen zien, moeten de buitenspiegels en de binnenspiegels natuurlijk ook correct zijn afgesteld. Stoelverstelling
2. De juiste parkeerplaats Parkeren is een grote, zij het dagelijkse, uitdaging voor automobilisten. Niet alleen leerling-bestuurders en beginnende bestuurders zijn vaak niet zo enthousiast over deze bijzondere verrichting - het blijft ook voor veel ervaren automobilisten hoofdpijn bezorgen. Parkeren vrij eenvoudig te implementeren met een paar aanwijzingen. Omdat achteruitrijden voor de meeste chauffeurs het moeilijkst is, vatten we de tips van onze rijschool samen voor het juiste parkeren: File parkerenAls u parallel aan het verkeer wilt parkeren, rijdt u eerst langs de parkeerplaats en geeft u met de rechter aanwijzer aan dat u wilt parkeren. Oriënteer u op het voertuig waarachter u wilt parkeren: zodra u de achterste hoek van het voertuig in uw rechter achterruit ziet, draait u zo ver mogelijk naar rechts. Rijd vervolgens achteruit totdat uw auto een hoek van 45 graden maakt met de stoeprand. Sla dan zo ver mogelijk linksaf en ga achteruit de parkeerplaats op. Belangrijk: tijdens het parkeren moet u constant het verkeer in de gaten houden om te voorkomen dat u iemand hindert of in gevaar brengt. Parkeer achteruit in een parkeervakGebruik eerst de richtingaanwijzer om aan te geven dat je een parkeerplaats in wilt rijden. Rij vervolgens 2-3 parkeerboxen voorbij de parkeerplaats en schakel de achteruitversnelling in. Zodra de linker voorhoek van het laatste voertuig voor de vrije parkeerplaats in de rechter achterruit verschijnt, draait u zo ver mogelijk naar rechts. Rijd dan voorzichtig achteruit totdat u op de parkeerplaats staat. Blijf dan rechtdoor rijden en blijf rijden totdat uw voertuig optimaal in de opening is gepositioneerd. Belangrijk: let tijdens het gehele parkeerproces op andere weggebruikers en andere geparkeerde voertuigen. 3. Invoegen/snelweg rijden Sommige leerling-chauffeurs zijn vooral bang om op de snelweg te rijden. De hoge snelheden en vooral het op- en afrijden van de snelweg veroorzaken voor velen stress. Het is meestal niet zo erg als je denkt. Als je er eenmaal aan gewend bent en een routine ontwikkelt, kun je er zelfs van genieten. Als je bang bent voor de eerste snelweg rit, raden we je aan niet te lang te wachten. Je rij-instructeur zal je vertellen of hij denkt dat je de snelweg kunt beheersen. Zodra je voldoende oefenuren hebt gehad en een zekere rijervaring hebt opgedaan, kun je aan de invoegen/snelweg rijden beginnen. Goed om te weten : Als je angst zo groot is dat je niet op de snelweg durft te rijden, kun je altijd met onze rijinstructeurs praten. Ze zijn speciaal opgeleid in het omgaan met angststudenten en vinden samen met jou een oplossing. 4. Neem regelmatig rijlessen Zorg dat je elke week rijlessen neemt. Laat geen lange pauzes tussen de rijlessen om te voorkomen dat het niet onnodig lang duurt voordat jij je rijbewijs haalt. 5. Wees niet onrustig Het is normaal dat je tijdens de eerste paar uur rijden een paar fouten maakt, een beetje vertraagt of soms de motor afslaat. Onthoud dat iedereen zijn rijlessen zo zijn gestart. Dus als andere weggebruikers bumperkleven of toeteren, moet je proberen kalm te blijven. Haal diep adem en concentreer je volledig op je taak. Dan werkt het meestal veel beter dan wanneer je jezelf door anderen laat stressen en daardoor mogelijk meer fouten maakt. 6. Vergeet niet te knipperen De richtingaanwijzers zijn een zeer belangrijk communicatiemiddel in het verkeer. In het dagelijks leven negeren veel automobilisten het knipperen, maar dit kan niet alleen vervelend zijn, maar ook snel gevaarlijk worden. Om ervoor te zorgen dat het verkeer veilig en soepel kan verlopen, moet je dit altijd onthouden. Belangrijke situaties waarin je zeker je intentie moet aangeven door de richtingaanwijzer in te stellen zijn:
Om voldoende zicht te hebben 's nachts of bij slechte weersomstandigheden (bijv. Regen, sneeuw of mist) en ook goed te worden gezien door anderen, moet je de koplampen zeker correct gebruiken. Als je niet zeker weet of je het dimlicht wel of niet moet inschakelen, zijn er verschillende ezelbruggen die je kunt gebruiken om je te oriënteren:
9. Houd verkeerslichten vroeg genoeg in de gatenVoor correct gedrag bij verkeerslichten is het belangrijk om deze zo vroeg mogelijk te registreren en om in de gaten te blijven houden. Veel automobilisten beschouwen het oranje licht van de verkeerslichten als een verlengde groene fase en accelereren weer. Dit is echter niet juist. Door een oranje lamp rijden is alleen toegestaan als je door remmen niet op tijd kunt stoppen. Als je vroeg genoeg naar het stoplicht kijkt, kun je elke verandering van het licht tijdig opmerken en dus snel reageren. 10. Besteed aandacht aan uw persoonlijke gesteldheidDe belangrijkste regels bij het autorijden: Rijd alleen als je in een goede fysieke en mentale conditie bent. Degenen die gestrest, vermoeid of onder druk rijden, brengen zichzelf en anderen in gevaar omdat hun concentratie- en reactievermogen snel verslechteren. Als jij je niet bereid voelt om verantwoord op de weg te rijden, praat er dan met uw rij-instructeur over en stel de rijles beter uit. Comments are closed.
|